Geschreven door Max- DNA Amsterdam 2024
Wanneer ik de klas binnen loop, staan er stoelen in een kring. Vandaag krijgen we de eerste les van Leendert De Ridder. De vorige keer stond ik voor hem terwijl ik tijdens mijn auditie mijn monoloog en dialoog aan hem voordroeg. Hij gaf aanwijzingen over het acteren die ik meteen toepaste. Dat was het moment dat ik wilde laten zien wat ik in mij had, om toegelaten te kunnen worden tot de opleiding van mijn dromen.
Vier maanden later krijgen we onze eerste les van Leendert, gericht op improvisatie. Tijdens deze opleiding heb ik geleerd dat elke docent zijn eigen manier van lesgeven heeft. Er zijn overeenkomsten maar ook verschillen. Daarbij komt ook de vraag geregeld terug: ‘’Wanneer ben je een goede acteur?’’. Een vraag waarbij het niet mogelijk is dat één docent daar het antwoord op weet.
Tijdens de kennismaking werd er aan de groep gevraagd wat hun inspireert in het leven en hoe wij dat terug willen zien in films en het theater. Ieder had zijn eigen unieke antwoord. Het ging over verbinding, de groei van de mens, omgaan met trauma’s en het leven. Persoonlijk vind ik het interessant om aandacht te besteden aan de verschillende versies van jezelf. Wie ben je thuis? Wie ben je bij partner? Wie ben je als je alleen bent? Hoe zien mensen jou als karakter in een stuk en komt dat overeen met je identiteit?
Leendert biedt aandacht aan de persoonlijke reden waarom jij als acteur de vloer op gaat. Daarbij wordt er gekeken naar wat jou raakt en wat jij wilt vertellen. Want jij bent uniek. Wanneer je de vloer op gaat is het belangrijk om te focussen op twee dingen: in het hier en nu zijn én tijd durven nemen. Gedurende de les kregen wij verschillende opdrachten die hier op focusten. Bij improvisatie is het van belang dat je kijkt en luistert naar de ander, dan kan je écht op iemand reageren. Als een tegenspeler een ‘’baksteen’’ kleurt, biedt dit ruimte om daarmee samen aan de slag te gaan. Je bouwt dan samen op elkaars werk voor emoties die aan bod komen. Voor dat je het weet heb je samen een muur gevuld met gekleurde bakstenen, wat samen een scene kan vormen.
Wanneer er een improvisatie plaatsvindt, heb ik geleerd van Leendert dat het interessant is om in te zoomen op wat er in de scene gebeurd. Dit zorgt voor meer diepgang en de kijker wordt zo ook meegenomen in het verhaal. Leendert sprak regelmatig over ‘‘olie op het vuur’’ en ‘‘bommetjes’’ gooien. Het ‘‘vuur’’ is in deze situatie bijvoorbeeld een ruzie tussen twee spelers. Er kan ‘‘olie’’ opgegooid worden door de situatie nog erger te maken en een plot toe te voegen.
Ook liet Leendert met behulp van opdrachten zien hoe je als acteur iets emotioneel binnen kan laten komen. Registreer wat een tegenspeler fysiek met je doet, om vervolgens die emoties toe te voegen in een scene. Wat doet het wanneer iemand (te) dichtbij komt? Wat zijn je behoeftes? Wat doe je? Wat is het effect? Wanneer je iets ziet, dan denk je iets en vervolgens reageer je hierop door iets te doen. Daarbij ben je altijd op zoek naar een aanleiding om iets je te laten raken, waardoor je een emotie voelt en speelt. En dit slaat weer op de basis van improvisatie: in het hier en nu zijn én tijd durven nemen.
Na de lessen van Leendert ben ik anders naar het acteren gaan kijken. Ik ben bewuster gaan kijken naar hoe een scene gevormd wordt, welke rol ik als acteur aanneem en welke interactie zorgt voor een goede en interessante scene. Door tijd te durven nemen in een scene ben ik in gaan zien welke mogelijkheden er gevormd worden tijdens een improvisatie.
Nu ik oog heb voor deze mogelijkheden, kan ik ze met beide handen aangrijpen en toepassen tijdens het acteren!