I’m awake, no I’m not scared,
Shoot an apple off my head
Fire and ice, all in between
Of this world, and all unseen
No one knows just why we’re here
Embrace the doubt and face the fear
It’s all about the inner search
To be a hunter gatherer
I’m going o-oh-oh-oh-oh-o-oh
o-oh-oh-oh out
I’m going o-oh-oh-oh-oh-o-oh
o-oh-oh-oh out.
Geschreven door Nikita uit DNA Apeldoorn
Het nummer van Sarah Blasko dreunt uit de boombox. We dansen, we bewegen. Alleen of samen, we vinden iemand op de vloer, leggen even contact en gaan dan weer door. We dansen op gevoel, soms wild, af en toe met de ogen dicht. Voel de energie, voel de mensen op de vloer. Even de hartslag omhoog.
Het is de laatste oefening in de warming up van Angela. Even daarvoor keek ik Piet in de ogen. We spiegelden, daagden elkaar uit en kwamen in dezelfde energie. We moesten kijken, maar dan ook echt kijken. Wat zie je? Wie staat er tegenover je en wat gebeurt er op dat moment? Wat als je een stapje dichterbij doet? Bijna neus aan neus staat? Hoe voel je je daarbij? En de volgende stap: de zintuigen. Gebruik je zintuigen eens! Hoe ruikt je tegenspeler? Hoe voelt je tegenspeler? Wat brengt dat jullie? Wat ontstaat er? Ik glimlach, Piet glimlacht terug. In zijn ogen zie ik blaadjes, 3 verschillende kleuren. In zijn nek een wimper. Details die ik niet eerder zag, maar door echt te kijken wel.
De oefening brengt ons als groep concentratie en focus. Je bent alert en ziet alles van de ander waarmee je een fijne start creëert om vanuit te gaan spelen. Later in de les zag ik deze oefening prachtig terug bij de groep. Maarten die een hand op Thijs zijn schouder legt in een scène waarbij je dit als publiek hem dit niet alleen ziet signaleren maar ook echt voelen. Het brengt zoveel meer lading in de scène. Ze voelden elkaar echt aan en dat gebruikten ze weer in de scène. Een nieuwe wereld vol mogelijkheden als je dit bewust kunt inzetten.
Werken met vaste tekst
In allebei de lessen van Angela werken we met vaste teksten, onder andere een tweetal scènes uit ‘Meisje van plezier’. Angela laat ons zelf stoeien met de scènes, benoemt wat ze ziet, complimenteert en vertrekt vanuit datgene wat er door de spelers is bedacht. Op een speelse manier worden we gecoacht en pakt Angela steeds weer terug op eerdere oefeningen uit de les. Wat wil je van de ander? Wat denk je? Wat zie je? Door steeds die vragen te krijgen gaat als speler je motor aan. Je moet beelden creëren, het voor je zien, impulsen volgen. “Ik hou niet van termen als groot spel of klein spel, gewoon waarachtig spelen”, aldus Angela.
Angst moet je in de bek kijken
In les 2 beginnen we na de warming up met een improvisatie oefening, solo. Als ik eerlijk ben: dit vond ik onwijs spannend. Even daarvoor hadden we juist over dingen spannend vinden een gesprek met Angela. Martijn uit onze groep is skileraar met hoogtevrees. Angela zei toen: “Angst moet je recht in de bek kijken. Pas dan kom je er doorheen.” Daar dacht ik aan toen ik al mijn medespelers hun solo zag uitvoeren. Hoe ga ik dit in de bek kijken? Hoe pak ik dit aan? De opdracht was dat we een scène moesten spelen waarbij we alleen het begin en eindpunt wisten. Bijvoorbeeld: je zit op de grond, rustig en ineens sta je op en zeg je JA. Je eindigt lezend in een boek. Je hebt 5 minuten en je ziet wel wat er in het midden gebeurt. Go: niet logisch maken, impulsen volgen.
Geen makkelijke oefening en wat hebben we geworsteld met zijn allen. Een spannende worsteling waarbij Angela ons in het moment coachte.
Ik stelde mijn stukje uit totdat ik als laatste aan de beurt was en terwijl ik ging staan en nog even de moed verzamelde voelde ik het vertrouwen van Angela. Ik dook in het diepe en speelde 5 minuten lang terwijl ik mijn angst niet uit de weg ging. “Embrace the doubt and face the fear.” Simpelweg in het moment kijken wat er komt en spelen; spelen.
We eindigden de laatste les met dansen, plezier. Voor mij is dat tekenend voor de lessen met Angela. Het was speels, impulsief, eerlijk, opbouwend en energiek. Angela gaf ook een reëel beeld van het werkveld en maakte het niet mooier dan het is. Maar het vak zelf: dat maakt ze mooi. Spelen. Wat een wonderlijk iets.